WAT IS DEMENTIE
Dementie is een verzamelnaam voor meer dan 50 ziekten, waarbij de hersenen informatie niet meer goed kunnen verwerken. De bekendste is de ziekte van Alzheimer. Bij dementie gaan de zenuwcellen in de hersenen kapot. Soms gaan niet de zenuwcellen zelf kapot, maar de verbindingen tussen de cellen. Het is ook mogelijk dat de cellen en de verbindingen het niet meer goed doen. Door deze afname van cellen functioneren de hersenen steeds minder goed. Door deze beschadigingen aan de hersenen, ontstaat bijvoorbeeld geheugenverlies en veranderend gedrag. De verwerking van informatie in de hersenen raakt verstoord. Kenmerkend voor dementie is dat de beschadigingen in de hersenen verergeren en dat iemand met dementie steeds verder achteruitgaat in functioneren. Dementie is een ziekte die niet te genezen valt. Er zijn wel medicijnen die mogelijk het proces kunnen vertragen.
Oorzaken van dementie
Dementie is er niet van de ene op de andere dag. De schade in de hersenen ontstaat vaak geleidelijk. Er wordt veel onderzoek gedaan naar de oorzaken van dementie, maar de oorzaak van dementie is nog niet duidelijk. Wetenschappers denken dat veranderingen in de hersenen met de ziekte te maken hebben.
Vormen van dementie
Dementie is een verzamelnaam voor ruim vijftig ziektes. De meest voorkomende vorm van dementie is de ziekte van Alzheimer, maar liefst 70 procent van alle mensen met dementie heeft Alzheimer. Daarnaast komen vasculaire dementie, frontotemporale dementie (FTD) en Lewy body dementie veel voor.
DE ZIEKTE VAN ALZHEIMER
De ziekte van Alzheimer uit zich vaak in eerste instantie in geheugenproblemen. Iemand met de ziekte van Alzheimer krijgt vervolgens moeite met alledaagse dingen zoals plannen maken, beslissingen nemen en een gesprek volgen. Het onthouden van informatie en begrijpen van taal wordt ook steeds lastiger. Stemmingswisselingen en veranderingen van gedrag of karakter zijn soms ook symptomen van Alzheimer.
Alzheimer wordt veroorzaakt door ophopingen van bepaalde eiwitten in de zenuwcellen in de hersenen. Hierdoor ontstaan zogenaamde plaques. Ook kunnen bepaalde vezels zich in de cellen hopen. Dit worden neurofibrillaire tangles genoemd. De ophopingen van vezels en eiwitten maken de zenuwcellen kapot en verstoren de onderlinge communicatie.
Dit filmpje laat in 6 minuten zien wat er in het brein gebeurt bij de ontwikkeling van de ziekte van Alzheimer:
VASCULAIRE DEMENTIE
Veel mensen met vasculaire dementie hebben hart- en vaatziekten (gehad), zoals een hoge bloeddruk, hartritmestoornissen, diabetes, een beroerte of TIA’s (kortdurende afsluiting van een bloedvat in de hersenen). Problemen met de doorbloeding van de hersenen is dan ook de oorzaak van vasculaire dementie.
De symptomen zijn afhankelijk van het hersengebied dat beschadigd is geraakt. De verschillen tussen mensen met deze ziekte kunnen dus groot zijn. Veel voorkomende klachten zijn langzamer denken, spreken en handelen, moeite met concentreren en moeilijker meerdere dingen tegelijk doen. De ziekte kan ook gepaard gaan met lichamelijke beperkingen.
LEWY BODY DEMENTIE
De geestelijke achteruitgang kan bij iemand met Lewy body dementie van dag tot dag sterk wisselen. Iemand met Lewy body dementie heeft in het begin vaak geen geheugenproblemen, maar bijvoorbeeld aandacht stoornissen of hallucinaties (hij ziet dingen die er niet zijn). Ook zijn er vaak verschijnselen van de ziekte van Parkinson, zoals tremoren (beven van bijvoorbeeld handen), stijfheid en afwijkende manier van lopen.
De klachten worden veroorzaakt door de aanwezigheid van zogenaamde Lewy bodies in de zenuwcellen van de hersenen. Dit zijn speciale eiwitafzettingen, voornamelijk in de hersenschors.
FRONTOTEMPORALE DEMENTIE (FTD)
Frontotempoerale dementie komt vaak voor op jongere leeftijd en valt op door veranderingen in persoonlijkheid of gedrag. Deze vorm van dementie ontstaat doordat hersencellen in de frontaalkwab (gedragsgebied) en de temporaalkwab (taalgebied) afsterven. Taal en spraak kunnen dus ook aangetast zijn.
De eerste verschijnselen zijn afhankelijk van de plaats in de hersenen waar de schade optreedt. Er zijn drie varianten: een gedragsvariant, een taalvariant en een bewegingsvariant. Deze varianten worden bepaald door de eerste symptomen.
Meer informatie over deze en andere vormen van dementie is te vinden op de website van Alzheimer Nederland
Risicofactoren en preventie
Genezing van dementie is (nog) niet mogelijk. Daarom is het voorkómen of uitstellen van dementie belangrijk. Leeftijd, geslacht en erfelijke factoren spelen een rol bij het krijgen van dementie, maar deze factoren zijn niet te beïnvloeden.
Veel van de risicofactoren voor dementie die wel te beïnvloeden zijn gelden ook voor andere ziekten, zoals hart- en vaatziekten of kanker. Denk bij het verminderen van de risicofactoren aan afvallen bij overgewicht, meer bewegen en stoppen met roken. Door vanaf minimaal de middelbare leeftijd (40 tot 45 jaar maar het liefst eerder) in te zetten op meerdere leefstijlfactoren tegelijk en deze uit te breiden met het stimuleren van cognitieve functies en het versterken van de sociale netwerken, wordt het risico op dementie verlaagt.
Erfelijkheid
In de meeste gevallen van dementie speelt erfelijkheid geen rol. Bij dementie op jonge leeftijd kan erfelijkheid wel de oorzaak zijn van de schade in de hersenen. Een gezonde levensstijl heeft bij erfelijke dementie minder effect dan bij andere vormen van dementie. Wel voorkom je zo mogelijk andere ziektes.
Verloop van dementie
Mensen met dementie leven gemiddeld 8 jaar met de ziekte. De diagnose wordt gemiddeld na 14 maanden gesteld. Bij jonge mensen is dit meer dan vier jaar. Gedurende het ziekteproces neemt zowel het aantal klachten als de ernst ervan toe. Er is geen genezing mogelijk voor dementie. Uiteindelijk overlijdt een patiënt aan de gevolgen van dementie.
Cijfers
In Nederland hebben ruim 270.000 mensen dementie. Het aantal mensen met dementie zal als gevolg van de vergrijzing in de toekomst explosief stijgen naar meer dan een half miljoen in 2040. In 2055 bereikt het aantal mensen met dementie een piek van ruim 690.000. In Nederland hebben ongeveer 12.000 mensen dementie die jonger zijn dan 65 jaar.
Hoe herken ik dementie?
De fase voor de diagnose is de periode dat mensen zich zorgen maken over vergeetachtigheid of het veranderende gedrag van zichzelf, partner of familielid, maar nog geen diagnose ‘dementie’ hebben. In deze periode speelt vooral het ‘niet-pluis’ gevoel. Onderstaande signalen kunnen wijzen op dementie, maar kunnen ook een andere oorzaak hebben.
Signalen van dementie
Het is van belang dat mensen met signalen van dementie op tijd gepaste begeleiding krijgen. Let onder andere op de volgende mogelijke aanwijzingen voor dementie:
- Achterdochtig zijn (vroeger niet)
- Bedorven voedsel in koelkast
- Niet goed meer kunnen bedienen van apparaten, zoals koffiezetapparaat, wasmachine en tv
- Er onverzorgd uitzien (vroeger niet)
- Telkens vergeten welke dag het is
- Telkens herhalen van dezelfde vragen of verhalen
- Verdwalen op bekend terrein
- Vergeten van afspraken (vroeger niet)
- Voortdurend zoeken naar spullen (vroeger niet)
Herken je één of meerdere van deze signalen? Bespreek deze dan met de persoon en geef het advies om dit te bespreken met de huisarts. Bekijk ook eens onderstaand filmpje: 10 signalen van dementie.
Vergeetachtigheid of dementie?
Als je vergeetachtig bent, is er niet direct spraken van dementie. Vergeetachtigheid is een onschuldig verschijnsel, waarbij iemand zich tijdelijk iets niet kan herinneren. Dit zijn ‘normale’ geheugenklachten: je kunt bijvoorbeeld niet op iemand naam komen. Deze vergeetachtigheid heeft geen negatieve invloed op je dagelijks leven.
Bij dementie is dit een ander verhaal. De ‘vergeten’ informatie is niet meer toegankelijk of verdwijnt langzaamaan uit het geheugen. De symptomen zijn vele malen ernstiger en hebben uiteindelijk wel degelijk invloed op je leven. Het lukt bijvoorbeeld niet meer om het huishouden te doen.
Omgaan met onbegrepen gedrag bij dementie
Mensen met dementie doen soms dingen die je niet begrijpt. Dit zogenoemde onbegrepen gedrag komt heel vaak voor. Zo’n 80 tot 90 procent van de mensen met dementie vertoont vroeg of laat ander (problematisch) gedrag. Onder onbegrepen gedrag valt al het gedrag van de persoon met dementie dat door deze persoon zelf en/of zijn omgeving als moeilijk hanteerbaar wordt ervaren.
Voor onbegrepen gedrag worden verschillende termen gebruikt zoals probleemgedrag, moeilijk hanteerbaar gedrag of veranderend gedrag. Het kan gaan over klagen, repetitief gedrag, (nachtelijke) onrust, loopdwang, snel(ler) boos, argwanend, apathisch en agressief gedrag. Om goed met het gedrag om te gaan, is het van belang het gedrag te begrijpen. Pas als je de oorzaak van het gedrag achterhaalt, kun je de juiste aanpak of behandeling kiezen.
Oorzaken van onbegrepen gedrag
Oorzaken van onbegrepen gedrag zijn bijvoorbeeld dat mensen zich lichamelijk niet lekker voelen en dat niet kunnen uiten, dat ze bepaalde onvervulde behoeften hebben of dat de omgeving niet goed op hen reageert of te weinig uitdagend is.
De gedragsproblemen kunnen geleidelijk ontstaan of plotseling optreden. Het verloop van onbegrepen gedrag is niet te voorspellen. Het gedrag kan erger worden, redelijk stabiel blijven, maar ook spontaan verminderen. Dementie verloopt bij iedereen anders. En daarnaast is natuurlijk ook elke persoon verschillend.
In hoeverre gedrag als een probleem wordt ervaren is afhankelijk van de context en van de waarneming en verwachtingen van de betrokkenen. Belangrijk is om altijd op zoek te gaan naar de oorzaak van onbegrepen gedrag. Zo kan het zijn dat iemand niet meer wil eten omdat hij pijn heeft aan het kunstgebit of zijn schoenen niet meer aan wilt omdat deze knellen. Soms is de oorzaak echter lastiger te vinden.